Verslag: The Dutch 1000 (editie 2018)

The Iron Butt Association en hun ritten heb ik hier al eens uit de doeken gedaan. Langeafstandsritten tot je kont kapot is. Denk aan uitdagingen als 1000 mijl in 24 uur of alle Amerikaanse staten aandoen in 10 dagen. Toen ik vernam dat in Nederland voor het eerst een gelijksoortige rit werd georganiseerd was mijn interesse dan ook meteen gewekt (en mijn kont begon al te klagen).

The Dutch 1000 heet het evenement. De bedoeling: een vooraf uitgetekende route van 1000 km doorheen Nederland afleggen binnen de 24 uur, en dat via een aantal checkpoints.

Het opzet van dergelijke ritten is niet meteen de mooiste route of de meest kronkelige. De afstand, daar gaat het om, en de uitdaging die dat met zich meebrengt. Hou je het vol, zo lang in het zadel, of gaat je lijf tegensputteren? Ik verwachtte me dus niet per se aan de leukst rijdende route doorheen een fantastisch decor.

De allereerste editie van The Dutch 1000 zou dit jaar plaatsvinden, maar blijkbaar kwam daar wat meer bij kijken dan de organisatie had verwacht, dus werd dit jaar beslist om een “generale repetitie” op touw te zetten: een rit van 500 km, met zo weinig mogelijk autosnelweg.

Laat ik meteen zeggen dat de communicatie rond het evenement nogal chaotisch verliep. Naast de site heb je een Facebook-pagina, -event en -groep. Combineer dat met enthousiaste organisatoren en je krijgt zoveel posts dat de boel nogal onoverzichtelijk wordt. In de week voor de rit werden bijvoorbeeld diverse routes gedeeld, becommentarieerd, aangepast en opnieuw gedeeld. Dat de organisatie niet strak georchestreerd verliep had een verklaring: het was een lastminutebeslissing om dit jaar toch een “halve Dutch” te plannen.

Hoe dan ook kwam uiteindelijk alles goed en stond ik op zaterdagochtend om 8u op de stoep bij Dani, een van de organisatoren. Wie dat wou kan daar ontbijten of gewoon een kop koffie drinken, om daarna naar de startplek te rijden. We waren met een twintigtal deelnemers, waarvan drie Belgen. Vooral allroads en touringfietsen, ikzelf op een BMW K 1600 B die ik even mocht lenen. Meer daarover later (of ga er nu al rechtstreeks naartoe).

De route hadden we vooraf gekregen. Afhankelijk van welke gps je gebruikte verschilde de afstand en rijtijd lichtjes. M’n BMW Navigator VI gaf 534 km en 10 uur aan.

Omdat zo’n rit in een grote groep rijden niet het meest geniale idee is, kon iedereen op eigen houtje vertrekken wanneer hij wou. Alleen of in kleine groepjes. Ik sloot aan bij Xavier (een Belg op een Pan-European) en Willem (een Nederlander op zo’n geweldige 650 GS). Vertrekuur: 8u45. Maar na 100 km reed ik al alleen. Opgesplitst geraakt in een drukke dorpskern en mekaar kwijtgespeeld.

Dat solo rijden vond ik zeker oké. Kon ik gewoon mijn eigen tempo rijden en stoppen wanneer ik dat wou om even de beentjes te strekken of een foto te trekken. Ik kwam af en toe wel andere Dutch-rijders en -groepjes tegen. Grappig om te zien hoe onze gps soms ervoor zorgde dat onze paden weer scheidden.

Het eerste deel ging vanuit Ottersum via Nijmegen naar het eerste hoogtepunt van de dag: Nationaal Park Veluwezoom. Geweldig mooi stuk natuur met bossen, zand en heide. Licht heuvelachtig met zelfs een paar haarspeldbochten. Dat had ik niet verwacht tijdens deze rit.

Daarna noordwaarts, naar Lelystad, voor het tweede hoogtepunt van de dag: de Houtribdijk. Een indrukwekkend bouwwerk. “Kom jongens, we gooien even een dijk van 26 km in het water hier.”

Vervolgens Volendam. Mooi pittoresk stadje waar ik graag had willen halthouden, maar ik had nog heel wat kilometers voor de boeg. Even later, nadat Amsterdam achter me lag, nog zo’n plek waar ik even had willen pauzeren: Naarden-Vesting, een prachtig, volledig omwald stadje. Had ik nog nooit van gehoord, maar volgens Wikipedia een van de best bewaarde vestingsteden van Europa. Van buiten de omwalling zag dat er zo uit:

Dat waren voor mij de vier highlights van deze rit. Ik finishte om 20u15. Een uurtje later was het hele deelnemersveld binnen en werd er nagekaart. Leuke boel.

Even de route nader analyseren. Ik deed er 11,5 uur over, inclusief enkele korte stops. Als dat de maatstaf is voor de 1000 km, dan wordt die dubbele afstand haast een onhaalbare kaart. De grote hoeveelheid dorpskernen (30 en 50 km/u snelheidslimiet) deed de gemiddelde snelheid flink zakken. Gelukkig besefte de organisatie dat ook. Voor de 1000 zal een vlottere route uitgestippeld worden. Niet dat alle dorpskernen en stadscentra eruit gaan – wat jammer zou zijn – maar toch beperkter.

Tijdens de rit viel me als Belg ook op hoe uitgestrekt Nederland is. Als je met de auto over de autostrade naar bijvoorbeeld Amsterdam raast, merk je dat niet zo. Maar nu reed ik dikwijls van klein afgelegen dorpje naar klein afgelegen dorpje, met daartussen weilanden en uitgestrekte velden zo ver het oog kan reiken. Want van lintbebouwing hebben ze in Nederland weinig last.

En ja, Nederland is plat. En het heeft iets met water. Zot om te zien hoe je het overal tegenkomt, in alle vormen. Kreekjes, beekjes, plassen, meren, kanalen, noem maar op. En dan zo’n oude brug erover.

Windmolens ook, vanzelfsprekend. Zowel het oude model maar vooral de moderne versie om energie op te wekken. En verkeersdrempels. Overal. Tijdens de nabespreking werd de rit zelfs plagend de Drempel 500 ipv de Dutch 500 genoemd.

Heel wat mooie landschappen gezien dus, maar sommige stukken waar ook gewoon saai. Kan ook moeilijk anders bij dit soort ritten vrees ik.

De datum voor de editie van 2019, deze keer voor het eerst 1000 km dus, ligt al vast: het weekend van 15 juni. Staat alvast aangevinkt in m’n agenda.

De BMW K 1600 B in 10 punten

Zo’n uithoudingsrit is op een comfortabele motor net wat aangenamer. Ik kreeg van BMW een K 1600 B mee. Wat ik ervan vond:

1. Goeie move van BMW?

Niet iedereen is fan van het design van de B (met de B van Bagger, wat verwijst naar de “bags” die hij heeft hangen). Ik heb het gevoel dat het vooral BMW rijders zijn die deze move van BMW maar matig kunnen appreciëren. Tijdens de week dat ik de B had, hoorde ik echter énorm veel positieve reacties. Vooral van niet BMW rijders. Goeie move van BMW dus?

2. Comfort

De Bagger is gemaakt voor lange reizen en dat merk je: ontzettend comfortabel. Je zit goed, het zadel is niet te hard maar ook niet te zacht. Het elektrisch verstelbare windscherm zet je in de hoogste stand goed uit de wind (maar ik heb de indruk dat de ruit van de RT nog beter is).

Toch kruipt een rit zoals The Dutch in de kleren. Na een tijdje laat je lijf hoe dan ook van zich horen. Rug- en kontklachten kan je makkelijk counteren door even te verschuiven op het zadel. Zeurende benen? Als je kiest voor de optionele voetplanken kan je je voeten ‘s ergens anders kwijt (wat erg prettig bleek tijdens The Dutch). Ik kreeg na een tijd ook last van slapende vingers in m’n rechterhand. Af en toe de cruisecontrol inschakelen bracht soelaas.

Bij aankomst had ik 520 km op de teller, maar ik kan niet zeggen dat ik kapot was. Dus ben ik na het nakaarten nog naar huis gereden. Om 23u30 parkeerde ik de B thuis in de garage. 645 km in één dag, kleine 500 daarvan over binnenwegen. Nochtans had ik een slaapplaats geregeld voor het geval ik erdoor zat. Maar niet dus.

3. ESA

Dynamic ESA is standaard op de B, waarmee je de vering kan instellen: Cruise of Road. Cruise vond ik persoonlijk te soft, behalve op de autosnelweg. Road was oké voor een cruiserit zoals deze, maar wie sportiever wil rijden kan proberen of de belasting aanpassen (solo, duo, met of zonder bagage) voor strakker rijgedrag zorgt.

4. Mappings

Mappings: Dynamic, Road en Rain. Weinig verschil te merken tussen Dynamic en Road, behalve dan dat in Dynamic de uitlaat ploft als je terugschakelt of het gas lost. Klinkt leuk maar staat een beetje gek bij de uitstraling van de bike.

5. Display

Ondanks dat de B een gloednieuw model is, verschilt z’n dashboard amper van de RT. Terwijl BMW intussen toch een full-color digitale display in het aanbod heeft. Jammer dat die niet op de B zit, want het ziet er nu wat verouderd uit.

6. Breed

De B is breed. Breedste punt: de koffers, die er niet af kunnen, exact 1 meter. Ik ben tot in hartje Brussel gereden met de Bagger. Files op de autostrade waren nog enigszins te doen, want meestal laten de automobilisten voldoende ruimte tussen de rijen. Maar omdat de koffers het breedste punt vormen, is de nodige omzichtigheid geboden. Dat rijdt net wat minder leuk en ontspannen. In een druk stadscentrum kan je met de B weinig anders dan gewoon met de auto’s mee aanschuiven.

7. Kanonskogel

De B ziet er niet sportief uit, maar met 160 pk en 175 Nm is het niets minder dan een kanonskogel. Zeker in combinatie met de optionele quickshifter (die vlekkeloos schakelt). Indrukwekkend om te ervaren hoe soepel de 1.649 cc zescilinder draait en hoe vlot en krachtig hij z’n power ontwikkelt. Ik ben er zeker van dat hij in sprintjes heel wat andere motoren achter zich laat.

8. Zwaargewicht

Als je traag manoeuvreert, voel je dat je aan het balanceren bent met 336 kg onder je kont, maar toch stuurt de B een pak lichter en wendbaarder dan hij eruit ziet.

Op snelheid geldt hetzelfde, maar dat ik geregeld met de voetplanken aan de grond zat (hoewel die een stuk hoger gemonteerd zijn dan het Harley-niveau), bewijst dat de B zich lekker en vol vertrouwen laat leggen.

9. Geluidsinstallatie

De geluidsinstallatie is optioneel en zou ik niet aanvinken. Zelfs aan lage snelheden moet het volume erg hard om liedjes een beetje hoorbaar te maken. En dan nog klinkt het niet geweldig.

10. Achteruit

De achteruitversnelling vind je ook op de optielijst. Aanrader, want met zo’n mastodont kan het enorm wroeten zijn. De achteruit kan je heel wat netelige situaties en angstzweet besparen.

Besluit

Het logge lijf van de BMW K 1600 B legt je in de luren: de B staat niet enkel voor Bagger maar ook voor Bombshell. Z’n acceleraties kan je enkel als explosief omschrijven. Niet dat dat de voornaamste reden zal zijn voor wie de K 1600 B overweegt, maar als je van een Harley komt, zal het toch even verschieten zijn.

Luxueus cruisen, daarvoor is de B gebouwd. Hij biedt tonnen comfort, prima stuurgedrag ondanks de vele kilo’s, en fijne extra’s zoals de achteruit en de quickshifter. Jammer dat de display gedateerd oogt, en de ondermaatse geluidsinstallatie (die meer dan 1000 euro moet kosten) is ook een misser. Maar buiten dat: op alle vlakken indrukwekkend.

1 thoughts on “Verslag: The Dutch 1000 (editie 2018)

  1. Pingback: Verslag: Magic 12 Belgium Rally 2019 – Jean Le Motard

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.